Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
64 resultaten

Gemeenschapswacht

Welke volgorde dient er inzake de opleiding “gemeenschapswacht” en het psychotechnisch onderzoek gerespecteerd te worden?

Er werd geen volgorde bepaald inzake de voltooiing van de opleiding en het psychotechnisch onderzoek.
Belangrijk is echter dat aan beide voorwaarden voldaan moet zijn voordat iemand als gemeenschapswacht mag worden ingezet. 
 

Wat is de rol van de korpschef bij de aanwervingsprocedure?

De korpschef vervult bij de aanwervingsprocedure een adviserende rol.
 
De gemeenschapswachten, de  gemeenschapswacht-vaststeller en de  gemeenteambtenaar  belast met de leiding over de dienst, kunnen slechts door de gemeente worden aangeworven na advies van  de  korpschef van de lokale politie, bevoegd voor de politiezone waartoe de betrokken gemeente behoort. 

Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de volgende vereisten:
-    Zij mogen niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een  criminele straf, bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf – behoudens veroordelingen voor verkeersovertredingen. 
-    Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke  veroordeling, kunnen  raken aan het  vertrouwen in de betrokkene, omdat ze ofwel een ernstige maatschappelijke tekortkoming  uitmaken, of omdat eruit blijkt dat de betrokkene niet beantwoord aan het gewenste profiel van gemeenschapswacht. 

Volgende categorieën kunnen onder deze feiten begrepen worden:
-    Strafrechtelijke feiten die het voorwerp uitmaken  van een strafrechtelijk onderzoek of  een  opsporingsonderzoek of een strafrechtsprocedure zonder dat er reeds een definitieve rechtelijke uitspraak is. 
-    Strafrechtelijke feiten die onvoldoende zwaarwichtig worden beschouwd om er op strafrechtelijk vlak gevolgen aan te verbinden, maar die toch van aard zijn om te twijfelen aan het vertrouwen in de betrokkene om hem/haar als gemeenschapswacht aan te stellen. 
-    Feiten van bestuurlijke politie (vb. ordeverstoringen, hooliganisme,…) 

Is een gemeenschapswacht(-vaststeller) verplicht om een psychotechnisch onderzoek te ondergaan?

In de wet van 15 juli 2018 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken wordt gesteld in artikel 39,4° : “Het voldoen aan het profiel wordt nagegaan aan de hand van een psychotechnisch onderzoek, nader te bepalen door de minister van Binnenlandse Zaken.”

Deze verplichting is van toepassing voor alle gemeenschapswachten die zijn aangeworven na 5 oktober 2018.

Het KB van 14 augustus 2021 betreffende de organisatie van het psychotechnisch onderzoek voor de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller verstrekt meer informatie inzake het psychotechnisch onderzoek. De psychotechnische test wordt door SELOR afgenomen. Het psychotechnisch onderzoek bestaat uit 2 testen. Enerzijds 2 computergestuurde persoonlijkheidsvragenlijsten en anderzijds een interview. Enkel de gemeenten kunnen de kandidaten hiervoor inschrijven. Dit kan door een mail te richten naar [email protected]. Een Excel-bestand zal bezorgd worden, hetwelk vervolledigd dient te worden met de gegevens van de kandidaat-gemeenschapswacht.

De prijs van het psychotechnisch onderzoek bedraagt 200 euro. 
OPGELET: zodra de instructies en de link naar de persoonlijkheidsvragenlijsten aan de ingeschreven kandidaten zijn doorgemaild, zullen alle tests in rekening worden gebracht.
Hetzelfde geldt voor kandidaten die niet bij het gesprek aanwezig zijn; de test wordt ook in rekening gebracht.

Het onderzoek peilt naar bepaalde competenties waarover een gemeenschapswacht (-vaststeller) dient te beschikken. Het gaat hier in het bijzonder over de volgende 5 competenties:
1° respect voor medemensen;
2° burgerzin;
3° een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
4° respect voor plichten en procedures;
5° geen gevaar vormen voor de openbare orde.

Slagen voor het psychotechnisch onderzoek is noodzakelijk alvorens men de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) mag uitoefenen. 

Er bestaat geen mogelijkheid tot herkansing. De kandidaat die niet geslaagd is, mag de job van gemeenschapswacht(-vaststeller) dan ook niet uitoefenen. 

Het is niet mogelijk voor personen die reeds het psychotechnisch onderzoek voor bewakingsagent hebben afgelegd om een vrijstelling te bekomen. 

Wat zijn de profielen van de lesgevers voor de opleiding ‘Gemeenschapswacht’?

Volgens het KB van 15 mei 2009 moet de erkende opleiding gedoceerd worden door lesgevers die beschikken over een nuttige ervaring van minimum 2 jaar of een diploma hoger onderwijs met betrekking tot de materie die ze zullen onderwijzen.

Moet een gemeenschapswacht die de opleiding gemeenschapswacht reeds gevolgd heeft voor de wijzigingen van de wet in 2014 de opleiding opnieuw volgen als hij bijvoorbeeld voor een andere gemeente gaat werken?

De geldigheid van de behaalde attesten blijft behouden. De gemeenschapswacht is niet verplicht om de opleiding  opnieuw te volgen tenzij natuurlijk de gemeente hier zelf op staat. 

Als een kandidaat gemeenschapswacht een vrijstelling wenst te bekomen voor een vak of onderdeel van een vak dat hij reeds met vrucht behaalde, aan wie dient dit verzoek dan gericht te worden?

Een vraag tot vrijstelling dient gericht te worden aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, dit kan door een mail te richten aan volgend mailadres: [email protected]. Een vrijstelling kan slechts goedgekeurd worden indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is en mits voorlegging van een geldig attest. 

De toegang tot de examens is afhankelijk van een regelmatige aanwezigheid tijdens de vorming, wat wordt er verstaan onder deze “regelmatige aanwezigheid”?

Artikel 4 van het KB van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen bepaalt het volgende:

“De aanwezigheid kan als regelmatig beschouwd  worden, indien de eventuele gerechtvaardigde afwezigheden niet meer bedragen dan twintig procent van het totaal aantal lesuren. Ingeval van niet-gerechtvaardigde afwezigheid, wordt de volledige opleiding niet gevalideerd.”

Een kandidaat mag dus deelnemen aan de examens als hij niet meer dan 20% gerechtvaardigde afwezigheid (bv. ziekte met attestatie van dokter) kende tijdens de volledige opleiding én geen enkele onwettige afwezigheid. 
Vanaf dat iemand meer dan 20% afwezigheid en/of één onwettige afwezigheid kent, dient de volledige opleiding opnieuw gevolgd te worden.
 

Moeten kandidaat gemeenschapswachten (-vaststellers) slagen voor het examen en wat is de procedure als ze niet geslaagd zijn?

In het verleden diende enkel de persoon die gemeenschapswacht-vaststeller wilde worden te slagen voor het examen. De kandidaat gemeenschapswacht diende enkel te kunnen aangeven dat hij op regelmatige basis de opleiding had gevolgd. Hij diende dus niet voor het examen te slagen. 

Met de wet van 30 juli 2018 is deze procedure echter gewijzigd en dient elke gemeenschapswacht sedert 1 oktober 2019 te slagen voor het examen. 

Meer informatie inzake de procedure bij o.a. niet slagen, kan teruggevonden worden in het KB van 19 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen.   
 

Is een attest gemeenschapswacht specialisatiejaar BSO Veiligheidsberoepen (studiegebied Maatschappelijke Veiligheid) voldoende om de taak van gemeenschapswacht uit te voeren of moet deze persoon een bijkomende opleiding volgen?

Dit attest voldoet aan de voorwaarden inzake opleiding en vorming en volstaat dus om de taak van gemeenschapswacht uit te voeren (indien de kandidaat ook aan de andere aanstellingsvoorwaarden (artikel 8 van de wet van 15 mei 2007) voldoet uiteraard).

Bijkomende informatie
Met betrekking tot de Veiligheidsopleidingen Secundair Onderwijs (VOSO) zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van het feit of de kandidaat beroeps- dan wel technisch secundair onderwijs gevolgd heeft.

In het BSO gaat het over het 7e jaar Veiligheidsberoepen: afgestudeerden uit deze richting behalen naast het attest gemeenschapswacht ook onder andere een attest voetbalsteward of bewakingsagent.

In het TSO is er een Se-n-Se Integrale Veiligheid: afgestudeerden uit deze richting behalen onder andere een attest leidinggevende bewakingssector, of attesten die doorstroming naar politie- of brandweeropleiding mogelijk maken, maar geen attest gemeenschapswacht.

Wanneer kandidaten solliciteren voor de functie van gemeenschapswacht is het dus belangrijk steeds een kopie van het diploma en de behaalde attesten op te vragen, zodat men kan nagaan of de persoon uit het BSO of TSO komt. 
Enkel diegenen die uit het 7e jaar Veiligheidsberoepen van het BSO komen, en dus over het attest gemeenschapswacht beschikken, mogen zonder meer aangeworven worden als gemeenschapswacht en – indien ze als gemeenschapswacht-vaststeller ingeschakeld zullen worden – rechtstreeks deelnemen aan de opleiding GAS. 
De personen die uit het TSO komen moeten wel de basisopleiding gemeenschapswacht volgen.

Steden en gemeenten die hierover een concrete vraag hebben mogen ons steeds het attest van betrokkene overmaken via [email protected] en dan kijken we met plezier na of het diploma of attest van deze persoon voldoet om zonder bijkomende opleiding aangeworven te worden.
 

Wat is de diplomavereiste voor een gemeenschapswacht?

Voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht is er geen diplomavereiste vastgelegd. Het staat de gemeente dus vrij het vereiste diplomaniveau te bepalen.

Dit geldt enkel voor de gemeenschapswacht, niet voor de gemeenschapswacht-vaststeller.