Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS)
h. Hoe gebeurt de aanstelling van niet-gemeentelijke GAS-vaststellers ?
De verplichte nominatieve aanduiding van deze vaststellers door de gemeenteraad is opgeheven. Thans moet in het gemeenteraadsbesluit enkel nog de betrokken overheid of entiteit wiens personeelsleden tot vaststelling mogen overgaan, aangeduid worden. Deze overheid of entiteit moet vervolgens binnen haar personeel aanduiden aan wie vaststellingsbevoegdheid wordt gegeven. De gemeente moet te allen tijde bij de overheid of entiteit kunnen nagaan of een niet-gemeentelijke vaststeller die optrad op haar grondgebied, wel degelijk over vaststellingsbevoegdheid beschikt.
De betrokken overheid of entiteit moet jaarlijks aan de minister van Binnenlandse Zaken meedelen hoeveel personeelsleden belast werden met een vaststellingsbevoegdheid. Het gaat enkel om een globaal cijfer; er worden dus geen persoonsgegevens overgemaakt. Er wordt gevraagd om deze informatie te bezorgen voor 31 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin vaststellingsbevoegdheid werd verleend aan bepaalde personen. Zo zal bij voorbeeld voor 31 januari 2025 moeten gemeld worden hoeveel personen in 2024 aangesteld werden. Tevens wordt gevraagd om terzelfdertijd ook het aantal niet-gemeentelijke vaststellers over te maken dat in actieve dienst is op 31 januari. Deze info dient gemaild te worden naar [email protected]
i. Hoe gebeuren de vaststellingen ?
Vaststellingen kunnen zowel gematerialiseerd (= op papier) als gedematerialiseerd (= op digitale wijze) gebeuren. Gebeurt de vaststelling op digitale wijze door niet-politionele vaststellers dan is daarvoor een specifieke procedure opgenomen in de GAS-wet. Voor de gemengde inbreuken die door de politie op digitale wijze worden vastgesteld, geldt artikel 40 van de wet op het politieambt. Bij digitale vaststellingen door niet-politionele vaststellers krijgt de sanctionerend ambtenaar enkel een kopij van de vaststelling met een geavanceerd elektronisch zegel. Dit heeft als voordeel dat het rijksregisternummer van de auteur niet wordt vrijgegeven. Het origineel van de vaststelling wordt wel ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening.
j. Hebben vaststellingen in het kader van de GAS-wet bijzondere bewijswaarde ?
De algemene regel is dat alle vaststellingen in het kader van de GAS-wet gelden ten titel van inlichting. Enkel de processen-verbaal waarin de politie inbreuken op artikel 3,3° GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) vaststelt, hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Voorwaarde is dan wel dat een afschrift van het proces-verbaal aan de overtreder wordt toegezonden binnen de 14 dagen, te rekenen vanaf de datum van vaststelling van de inbreuk. Als er binnen deze termijn geen kopij werd toegestuurd aan de overtreder, vervalt de bijzondere bewijswaarde van het proces-verbaal en geldt dit enkel als inlichting. Deze bijzondere bewijswaarde geldt niet als de verkeersgerelateerde inbreuken worden vastgesteld door niet-politionele vaststellers.
k. Wat is de termijn om een vaststelling van een inbreuk op artikel 3,3° van de GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) over te maken aan de sanctionerend ambtenaar?
Er geldt een termijn van 2 maanden om de vaststellingen van de inbreuken op artikel 3,3° van de GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) over te maken aan de sanctionerend ambtenaar. Dit is dezelfde termijn als bij de vaststelling van de overige inbreuken. Dit is echter geen vervaltermijn, maar een termijn van orde (geen verplichtend karakter).
l. Kan de sanctionerend ambtenaar bijkomende info vragen met betrekking tot de vaststellingen?
Deze mogelijkheid is in de GAS-wet voorzien. De sanctionerend ambtenaar mag enkel info opvragen die betrekking heeft op de vastgestelde feiten en/of overtreder (bv. een ontbrekende nummer of cijfer op een autokentekenplaat) maar dit betreft geen onderzoeksbevoegdheid.
m. Wat is de termijn om GAS-boete op te leggen?
De termijn om een GAS-boete op te leggen bedraagt 6 maanden, of 12 maanden als er bemiddeling of gemeenschapsdienst tussenkomt. Als er afbetalingstermijnen worden afgesproken in het kader van de bemiddeling kan de termijn van 12 maanden om een boete op te leggen, worden verlengd tot 15 maanden.
n. Wat kan het slachtoffer doen als bemiddeling niet slaagt ?
Bij weigering of niet slagen van de bemiddeling, moet de sanctionerend ambtenaar het slachtoffer inlichten over de andere mogelijkheden die nog voorhanden zijn om zijn rechten te doen gelden.
o. Welke procedure geldt voor de sanctionering van de gedepenaliseerde parkeerinbreuken ?
Voortaan kunnen ook de gedepenaliseerde parkeerovertredingen (o.a. betalend parkeren, parkeren in blauwe zone, bewonerskaart) via de versnelde procedure voor de inbreuken op artikel 3,3° van de GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) afgehandeld worden. Er is dus geen aangetekende briefwisseling nodig in het kader van de afhandeling van deze gedepenaliseerde parkeerovertredingen. De gemeente bepaalt autonoom of zij de gedepenaliseerde parkeerinbreuken wil afhandelen via GAS of via retributies.
p. Is een GAS-boete met uitstel mogelijk?
Voor de inbreuken op artikel 3,3° van de GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) is het mogelijk een GAS-boete met uitstel op te leggen. Er moet daarbij wel rekening worden gehouden met een referte- en een proefperiode. In de referteperiode wordt nagegaan of de overtreder niet reeds een GAS-boete heeft opgelopen voor een verkeersgerelateerde inbreuk. In de proefperiode mag evenmin een nieuwe verkeersgerelateerde inbreuk begaan worden. Zowel in de referteperiode als de proefperiode hoeft het niet om een zelfde verkeersgerelateerde inbreuk te gaan. Bovendien wordt enkel rekening gehouden met eerder opgelegde boetes (voor de referteperiode) of nieuwe inbreuken (voor de proefperiode) binnen éénzelfde gemeente. Deze mogelijkheid van uitstel bestaat niet voor de andere inbreuken.
q. Wanneer geldt de regeling van kentekenaansprakelijkheid?
De regeling van de kentekenaansprakelijkheid geldt zowel voor de inbreuken op artikel 3,3° GAS-wet (de verkeersgerelateerde inbreuken) als voor de afhandeling van de gedepenaliseerde parkeerovertredingen. Er kan geen beroep gedaan worden op deze kentekenaansprakelijkheid bij de afhandeling van de overige (gemengde) inbreuken. Bij de vaststelling van sluikstort bij voorbeeld zal de kentekenaansprakelijkheid niet gelden.