Veelgestelde vragen

Vind het antwoord op uw vragen in onze FAQ’s en de lijst met meestgestelde vragen op deze website. De FAQ / veelgestelde vragen zijn gesorteerd per thema.
90 resultaten

Gemeenschapswacht

Welk model van het strafregister dient bij de aanvraag voor een identificatiekaart bezorgd te worden?

Voor gemeenschapswachten bestaat er een specifiek model: Artikel 596.1, model voor gereglementeerde activiteiten (meer specifiek 596.1-16 gemeenschapswachten). Dit model dient opgeladen te worden. Het uittreksel mag maximum 3 maanden oud zijn, rekenend vanaf de datum van indiening van de aanvraag.

Hoe wordt het arbeids- en sociaal statuut van de gemeenschapswachten geregeld?

De wet op de gemeenschapswachten regelt enkel de functie van de gemeenschapswachten, maar heeft geen betrekking op het arbeids- en sociaal statuut van de beambten die deze functie uitoefenen. Op die wijze kan de lokale overheid opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en zo aan de beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.

Vanwaar komt het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het koninklijk besluit van 25 december 2017 tot bepaling van de modaliteiten betreffende de bijkomende financiering van de gemeenschapswachten van de strategische veiligheids- en preventieplannen en gaat dit over een bijkomend budget?

Het bedrag van 17.200 euro waarvan sprake is in het bovengenoemde koninklijk besluit, is een bedrag dat vroeger via de FOD  werkgelegenheid werd uitbetaald en nu is overgeheveld naar FOD Binnenlandse Zaken en wordt uitbetaald via een subsidie. Dit bedrag is het maximum dat een gemeente kan ontvangen voor een persoon die fulltime als gemeenschapswacht is tewerkgesteld. Dit bedrag dekt de reële lasten waarmee een gemeente geconfronteerd wordt in het kader van de tewerkstelling van dat personeel. De reële lasten omvatten het geheel van de tewerkstellingskosten (salaris, werkgeversbijdragen en andere), verminderd met de bijzondere premies, bijzondere toelagen, of bijzondere vrijstellingen die verbonden zijn aan de statuten waaronder dat personeel aangeworven wordt en waarvan de gemeente heeft kunnen genieten. 
Dit bedrag staat volledig los van het bedrag dat tot 30 juni 2019 via Vlaanderen verkregen kon worden.
 

Hoe kunnen steden en gemeenten middelen krijgen vanuit FOD Binnenlandse Zaken?

Steden en gemeenten kunnen middelen krijgen vanuit FOD Binnenlandse Zaken en dit vanuit verschillende kanalen: via de strategische veiligheids- en preventieplannen. Zij kunnen met die middelen ook gemeenschapswachten aanwerven. Hiernaast is er ook een contingent 346 en bijkomend contingent 90. Deze laatste zijn enkel voor het aanwerven van gemeenschapswachten (in activa-PVP statuut), waarbij het contingent 346 enkel van toepassing is voor de steden en gemeenten die reeds beschikken over een strategisch veiligheids– en preventieplan en het contingent 90 dat enkel van toepassing is voor steden en gemeenten die nog niet over een strategisch veiligheids- en preventieplan beschikken. Het is dus volkomen normaal dat niet alle steden en gemeenten in alle lijsten voorkomen. Hiernaast zijn er trouwens ook nog steden en gemeenten die middelen kregen vanuit Binnenlandse Zaken voor het aanwerven van gemeenschapswachten met startbaanovereenkomsten (APS 160). Dit is ondertussen niet meer van toepassing daar deze subsidiëring werd overgeheveld naar de regio’s.

Momenteel liggen de subsidies vast en kunnen er geen nieuwe gemeenten meer intekenen op de verschillende dispositieven. 
 

Moet de volledige naam (voornaam en familienaam) steeds op de badge worden vermeld?

In artikel 12 van de wet van 15 mei 2007 wordt bepaald welke vermeldingen de identificatiekaart van de gemeenschapswacht(-vaststeller) moet bevatten, namelijk:
1° de naam, voornaam en foto van de houder
2° de naam van de organiserende gemeente 
3° al naargelang van het geval, de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
4° de vervaldatum van de identificatiekaart.

In de omzendbrief PREV 32 worden bijkomend de twee doelstellingen van de identificatiekaart vermeld, namelijk:
- door middel van deze kaart kan betrokkene aantonen dat hij voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller
- de burger die zich benadeeld voelt door het optreden van een gemeenschapswacht of gemeenschapswacht-vaststeller, kan de beambte aan de hand van de identificatiekaart identificeren en zodoende zijn klachtrecht uitoefenen.

Omwille van deze bovenstaande redenen is het belangrijk dat de volledige naam (voornaam en familienaam) van de gemeenschapswacht(-vaststeller) op de identificatiekaart vermeld wordt.  

Uitreiking identificatiekaarten

Elke gemeenschapswacht dient houder te zijn van een identificatiekaart, waarvan het model vastgelegd werd in het MB van 14 september 2020 tot bepaling van het model van identificatiekaart van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers.

De identificatiekaart wordt uitgereikt door de minister van Binnenlandse Zaken nadat hij heeft vastgesteld dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 8 van de wet gemeenschapswachten.

Op 14 februari 2022 werd de ministeriële omzendbrief betreffende de identificatiekaarten van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers gepubliceerd. 
De doelstelling van deze omzendbrief bestaat erin de procedure te beschrijven die zal worden gevolgd bij de opmaak en verdeling van de identificatiekaarten voor de gemeenschapswachten en de gemeenschapswachten-vaststellers. 

Bijkomende informatie inzake de bij te voegen documenten tijdens het aanvragen van een identificatiekaart:

•    Uittreksel strafregister
Voor gemeenschapswachten bestaat er een specifiek model: Artikel 596.1, model voor gereglementeerde activiteiten (meer specifiek 596.1-16 gemeenschapswachten). Dit model dient opgeladen te worden. 
Het uittreksel mag maximum 3 maanden oud zijn, rekenend vanaf de datum van indiening van de aanvraag.

•    Advies korpschef
Er werd geen format bepaald waarin dit advies bijgevoegd dient te worden. De manier waarop het advies gevraagd wordt, is de vrije keuze van de gemeente/korpschef. Het is evenwel belangrijk dat het om een officieel advies van de korpschef gaat.

De vraag naar het advies van de korpschef komt voort uit artikel 7 §2 van de wet gemeenschapswachten:
“De gemeenschapswachten en de gemeenschapswachten-vaststellers kunnen door de organiserende gemeente slechts worden aangeworven na advies van de korpschef van de lokale politie bevoegd voor de politiezone waartoe de organiserende gemeente behoort.
Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de vereisten, bedoeld in artikel 8, 2°, 3°, 4° en 5°. Zonder het uitvoeren van specifieke onderzoeken, steunt hij zijn bevindingen op inlichtingen van bestuurlijke en gerechtelijke politie, waarvan hij kennis heeft.”

Is de vermelding ‘vaststeller’ verplicht op de kledij of kan dit via een armband-kaart?

Er dient een zichtbaar onderscheid gemaakt te worden tussen de functie van gemeenschapswacht en gemeenschapswacht-vaststeller en dit door middel van een band met de term “vaststeller” op de rechtermouw van vest/hemd/polo/t-shirt. 


 

Welke volgorde dient er inzake de opleiding “gemeenschapswacht” en het psychotechnisch onderzoek gerespecteerd te worden?

Er werd geen volgorde bepaald inzake de voltooiing van de opleiding en het psychotechnisch onderzoek.
Belangrijk is echter dat aan beide voorwaarden voldaan moet zijn voordat iemand als gemeenschapswacht mag worden ingezet. 
 

Wat is de rol van de korpschef bij de aanwervingsprocedure?

De korpschef vervult bij de aanwervingsprocedure een adviserende rol.
 
De gemeenschapswachten, de  gemeenschapswacht-vaststeller en de  gemeenteambtenaar  belast met de leiding over de dienst, kunnen slechts door de gemeente worden aangeworven na advies van  de  korpschef van de lokale politie, bevoegd voor de politiezone waartoe de betrokken gemeente behoort. 

Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de volgende vereisten:
-    Zij mogen niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een  criminele straf, bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf – behoudens veroordelingen voor verkeersovertredingen. 
-    Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke  veroordeling, kunnen  raken aan het  vertrouwen in de betrokkene, omdat ze ofwel een ernstige maatschappelijke tekortkoming  uitmaken, of omdat eruit blijkt dat de betrokkene niet beantwoord aan het gewenste profiel van gemeenschapswacht. 

Volgende categorieën kunnen onder deze feiten begrepen worden:
-    Strafrechtelijke feiten die het voorwerp uitmaken  van een strafrechtelijk onderzoek of  een  opsporingsonderzoek of een strafrechtsprocedure zonder dat er reeds een definitieve rechtelijke uitspraak is. 
-    Strafrechtelijke feiten die onvoldoende zwaarwichtig worden beschouwd om er op strafrechtelijk vlak gevolgen aan te verbinden, maar die toch van aard zijn om te twijfelen aan het vertrouwen in de betrokkene om hem/haar als gemeenschapswacht aan te stellen. 
-    Feiten van bestuurlijke politie (vb. ordeverstoringen, hooliganisme,…) 

Hoe verloopt de aankoop van het uniform?

De steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aankoop van het uniform van hun gemeenschapswachten, uiteraard rekening houdende met de vigerende wetgeving uit het MB van 7 december 2008 betreffende de werkkleding en het embleem van de «gemeenschapswachten».

In de toekomst zal er door de FOD Binnenlandse Zaken een raamcontract opengesteld worden om één leverancier aan te stellen dewelke de uniformen aan alle steden en gemeenten met gemeenschapswachten zal aanleveren.
Vanaf zodra er nieuwe stappen in dit proces gezet worden, zal dit gecommuniceerd worden aan de relevante partners.