Vaststelling van de feiten
Sancties zijn enkel mogelijk wanneer een proces-verbaal wordt opgesteld (art. 236).
Bewijswaarde van het proces-verbaal: vaststellingen in processen-verbaal stellen inbreuken vast tot het bewijs van het tegendeel (art. 232).
Onderzoek van het dossier
De bevoegde ambtenaar, verder de sanctieambtenaar genoemd, (art. 234), heeft de keuze tussen:
- het geven van een waarschuwing (art. 238 en 239) waarbij de overtreder wordt aangemaand tot het stopzetten of de niet herhaling van een inbreuk.
De waarschuwing kan enkel gegeven worden indien de overtreder in de afgelopen 3 jaar geen inbreuk beging tegen dezelfde bepaling.
Welk bedrag? 30% van het boetebedrag, zonder lager te zijn dan 100 euro.
Welke betalingstermijn? De betaling moet worden uitgevoerd binnen de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van het voorstel tot minnelijke schikking.
Gevolgen: De betaling, binnen voormelde termijn, doet de procedure met het oog op het opleggen van een administratieve boete, vervallen.
- het opstarten van een procedure met het oog op het opleggen van een administratieve geldboete (art. 242 tot 251)
Drie hypothesen:
- de overtreder betaalt de minnelijke schikking niet (volledig) of te laat;
- de sanctieambtenaar is van oordeel dat onmiddellijk een procedure met het oog op het opleggen van een administratieve geldboete moet worden opgelegd;
- ten aanzien van de overtreder werd binnen de 3 jaar opnieuw dezelfde inbreuk vastgesteld.
Het bedrag van de boetes situeert zich tussen de 100 en 25.000 euro (zie art. 242 en de boetetabel).
Herhaling wordt in rekening gebracht (art. 244). Zij heeft voor effect dat de boetes vermeerderd worden.
Twee hypothesen:
- De geldboetes worden vermeerderd indien binnen de 3 jaar nadat door de overtreder een minnelijke schikking werd aanvaard, een inbreuk vastgesteld wordt tegen dezelfde bepaling als deze die eerder aanleiding gaf tot een minnelijke schikking.
- De geldboetes worden verdubbeld indien de overtreding tegen dezelfde bepaling binnen de 3 jaar nadat er een administratieve geldboete voor werd opgelegd wordt vastgesteld.
Verzachtende omstandigheden kunnen aangenomen worden en hebben dan tot gevolg dat het boetebedrag door de sanctieambtenaar verminderd wordt (art. 245).
Als verzachtende omstandigheden aanvaard worden kan hij een administratieve geldboete opleggen onder de minimumbedragen zonder dat deze lager is dan 70% ervan.
Termijn waarbinnen de geldboete moet worden opgelegd (art. 248)
Er kan geen geldboete meer worden opgelegd 3 jaar na de feiten die de inbreuk uitmaakten waarop ze is gebaseerd.
Beroepsprocedure
Wie kan de administratieve geldboete betwisten ?
- Diegene aan wie de administratieve geldboete werd opgelegd (de overtreder).
- De burgerlijk aansprakelijke persoon (de natuurlijke of rechtspersoon die bewakingsactiviteiten aanbiedt, organiseert of plant).
Binnen welke termijn ?
Het beroep moet worden middels een verzoekschrift ingediend binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de verzending van de beslissing.
Voor welk rechtscollege?
Bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel. Het beroep is slecht ontvankelijk indien een kopie van het verzoekschrift uiterlijk op de datum van neerlegging van het verzoekschrift bij de rechtbank tevens per aangetekende brief wordt verzonden aan de sanctieambtenaar.