Elke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente en de taken vermeld in de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet als opdracht uitvoert, wordt beschouwd als gemeenschapswacht. De gemeente die deze personen in dienst heeft, stelt een “dienst gemeenschapswachten” in.
Het betreft: alle niet-politionele publieke veiligheids- en preventiefuncties, meer bepaald de vroegere functies van de parkwachters, stadswachten en gemeentelijke vaststellende ambtenaren in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Het uitgangspunt van de gemeenschapswachten is het koppelen van éénzelfde veiligheidsberoep aan toezicht/preventie/veiligheid.
Hoe kan je een gemeenschapwacht herkennen ?
Wat zijn de taken van een gemeenschapswacht?
- Veiligheidsgevoel bij burgers vergroten en maatschappelijke overlast en criminaliteit verminderen door hun preventieve aanwezigheid.
- Sensibiliseren en informeren over veiligheid en criminaliteitspreventie.
- Rapporteren aan de bevoegde diensten over veiligheid (defecten), milieu en verkeersproblemen.
- Automobilisten informeren over hoe hinderlijk of gevaarlijk foutief parkeren is.
- De veilige doorgang van (school-) kinderen, personen met een handicap en ouderen helpen verzekeren.
- Toezicht houden tijdens publieke evenementen om de veiligheid te garanderen.
- Geweldloos tussenkomen bij verbale conflicten om te voorkomen dat de situatie erger wordt.
- Schoolkinderen begeleiden die zich in groep, te voet of met de fiets, van huis naar school verplaatsen en omgekeerd. Ze mogen het verkeer doen stoppen door hun verkeersbord in de lucht te steken.
- Na een opleiding tot GAS-vaststeller mogen gemeenschapswachten inbreuken op het politiereglement vaststellen. Je herkent de gemeenschapswacht-vaststeller aan het woord ‘vaststeller’ op de rechtermouw en de vermelding op de identificatiekaart.
Wat kan er en wat mag er tijdens interventies van de gemeenschapswachten(-vaststellers)? Kom er hier meer over te weten!
Meer info
Bij vragen waarop het antwoord niet terug te vinden valt binnen onze FAQ, kunt u contact opnemen met de Algemene Directie Veiligheid & Preventie via [email protected].
FAQ
Hoe kan men starten met een dienst gemeenschapswachten en met welke regelgeving dient er dan rekening te worden gehouden?
Het staat een stad of gemeente volledig vrij om ervoor te kiezen gemeenschapswachten aan te werven.
Voornaamste regelgeving:
- De wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, gewijzigd door de wet van 13 januari 2014.
- Omzendbrief PREV 32 van 3 mei 2010 – Omzendbrief waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten.
- Koninklijk Besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 13 januari 2016.
- Ministerieel Besluit van 7 december 2008 betreffende de werkkleding en het embleem van de gemeenschapswachten.
- Ministerieel Besluit van 14 september 2020 tot bepaling van het model van identificatiekaart van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststeller.
- Koninklijk Besluit van 14 augustus 2021 betreffende de organisatie van het psychotechnisch onderzoek voor de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller.
- Ministeriële omzendbrief betreffende de identificatiekaarten van de gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers.
- Koninklijk besluit van 19 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 mei 2009 tot bepaling van de opleidingsvoorwaarden waaraan de gemeenschapswachten moeten voldoen, evenals de modaliteiten tot aanwijzing van de opleidingsinstellingen en tot erkenning van de opleidingen.
Enkele belangrijke punten:
- De wet van 15 mei 2007 heeft geen betrekking op het arbeids- en sociaal statuut van de gemeenschapswachten(-vaststellers). De gemeente kan opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en kan zo aan deze beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
- De opdrachten die de gemeenschapswachten kunnen uitoefenen en het werkterrein waarop zij dit kunnen doen, staan (limitatief) opgesomd in de wet en verduidelijkt in de omzendbrief.
Ook de bevoegdheden van de gemeenschapswachten en de uitoefeningsvoorwaarden voor de functie van gemeenschapswacht zijn hierin opgenomen.
- Vanaf het moment dat een gemeente beslist om beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten zoals bepaald door de wet op de gemeenschapswachten zullen uitoefenen, is een gemeente verplicht om een dienst gemeenschapswachten op te richten en het gemeenteraadsbesluit tot oprichting van de dienst gemeenschapswachten binnen de drie maanden nadat het besluit werd genomen over te maken aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Hoe kan een meergemeentelijke dienst gemeenschapswachten worden opgericht en aan welke voorwaarden dient een dergelijke dienst te voldoen?
Een gemeente is verplicht om een dienst gemeenschapswachten in te stellen vanaf het moment dat zij beslist om beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten van gemeenschapswachten zullen uitoefenen. Als oplossing voor de problematiek van kleinere gemeenten voorziet de wet van 13 januari 2014 die de wet op de gemeenschapswachten wijzigt in de mogelijkheid om een ”meergemeentelijke dienst gemeenschapswachten” op te richten.
Richtlijnen en voorwaarden omtrent de oprichting van een (meergemeentelijke) dienst gemeenschapswachten kan u terugvinden in het artikel 6/1 van de wet op de gemeenschapswachten.
Dient er ook een dienst gemeenschapswachten te worden opgericht indien er enkel gemeenschapswachten werkzaam zijn binnen het PWA-statuut?
Ja. Een gemeente is verplicht om een dienst gemeenschapswachten in te stellen vanaf het moment dat zij beslist om – rechtstreeks of onrechtstreeks – beambten aan te werven die één of meerdere activiteiten zoals bepaald door de wet op de gemeenschapswachten zullen uitoefenen.
In de omzendbrief PREV 32 kan u het volgende terugvinden met betrekking tot de functie van gemeenschapswacht:
Elke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks tewerk wordt gesteld door een gemeente en de opdrachten vermeld in de wet op de gemeenschapswachten als kernopdracht uitvoert, wordt beschouwd als gemeenschapswacht.
Onder “rechtstreeks of onrechtstreeks tewerkgestelden” wordt verstaan:
- de beambten die rechtstreeks door de gemeente worden aangeworven via een arbeidsovereenkomst (bediende, arbeider, activa-statuut, contingent startbaan…);
- de beambten die in het verleden onrechtstreeks door de gemeente werden aangeworven via een PWA-agentschap;
- de beambten aangeworven via een door bepaalde gemeenten opgerichte rechtspersoon.
Ondertussen zijn er weinig gemeenschapswachten die nog werken binnen het PWA –statuut. Bovendien wordt er niet meer gesproken van PWA maar werd dit ondertussen omgedoopt tot wijk-werken.
Over welk opleidingsniveau dient de persoon die belast is met de dienst gemeenschapswachten te beschikken?
Er worden in de huidige wetgeving geen voorwaarden opgelegd voor wat betreft het opleidingsniveau van de coördinator van de dienst gemeenschapswachten.
Er wordt enkel aangegeven dat de persoon die de dienst gemeenschapswachten leidt, moet beschikken over voldoende bekwaamheden en kennis inzake teambeheer, beheer van de werking en organisatie van de gemeentelijke diensten en de rechten en verplichtingen van de gemeenschapswachten.
Hoe wordt het arbeids- en sociaal statuut van de gemeenschapswachten geregeld?
De wet op de gemeenschapswachten regelt enkel de functie van de gemeenschapswachten, maar heeft geen betrekking op het arbeids- en sociaal statuut van de beambten die deze functie uitoefenen. Op die wijze kan de lokale overheid opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en zo aan de beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
Aan welke voorwaarden dient een persoon te voldoen om de functie van gemeenschapswacht(-vaststeller) te mogen uitoefenen?
De verplichte voorwaarden worden uiteengezet in artikel 8 van de wet van 15 mei 2007:
• minstens 18 jaar oud zijn;
• niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een criminele straf bestaande uit een boete, een werkstraf of gevangenisstraf, behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie over het wegverkeer;
• geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze in hoofde van de betrokkene een ernstige maatschappelijke tekortkoming uitmaken of een tegenindicatie voor het gewenste profiel van de gemeenschapswacht, zoals bedoeld in het §2, uitmaken;
• voor wat betreft de « gemeenschapswacht-vaststeller » de Belgische nationaliteit hebben en voor wat betreft de « gemeenschapswacht », onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van een andere staat en in dit laatste geval, sedert drie jaar zijn wettige hoofdverblijfplaats hebben in België. De gemeenschapswacht-vaststeller moet minstens beschikken over ofwel een diploma secundair onderwijs, ofwel een getuigschrift lager secundair onderwijs of tweede graad secundair onderwijs aangevuld met een ervaring van minstens vijf jaar ten dienste van een gemeente, die nuttig is voor het uitoefenen van de functie ;
• niet tegelijkertijd werkzaamheden uitoefenen van privédetective, een functie uitoefenen in het kader van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, lid zijn van een politiedienst of een door de Koning bepaalde activiteit uitoefenen;
• aangeworven zijn door de organiserende gemeente;
• voldoen aan voorwaarden inzake opleiding en vorming, zoals bedoeld in artikel 10;
• voor wat betreft de « gemeenschapswacht-vaststeller », voldoen aan de minimumvoorwaarden van artikel 119bis, § 6, van de nieuwe gemeentewet.
Het gewenste profiel van de gemeenschapswacht en de gemeenschapswacht-vaststeller is gekenmerkt door :
1. respect voor medemensen;
2. burgerzin;
3. een incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;
4. respect voor plichten en procedures;
5. geen gevaar vormen voor de openbare orde.
Het voldoen aan het profiel wordt nagegaan aan de hand van een psychotechnisch onderzoek.
De gemeenschapswachten en de gemeenschapswacht-vaststellers kunnen door de organiserende gemeente slechts worden aangeworven na advies van de korpschef van de lokale politie bevoegd voor de politiezone waartoe de organiserende gemeente behoort.
Een kandidaat dient aan al de bovenstaande voorwaarden te voldoen voordat hij/zij als gemeenschapswacht(-vaststeller) tewerkgesteld mag worden.
Kan een vrijwilliger als gemeenschapswacht worden ingezet?
Volgens artikel 8 van de wet gemeenschapswachten is dit niet mogelijk. De gemeenschapswachten, de gemeenschapswacht-vaststellers en de gemeenteambtenaar belast met de leiding van de dienst, moeten aangeworven zijn door de organiserende gemeente.
Wat is de rol van de korpschef bij de aanwervingsprocedure?
De korpschef vervult bij de aanwervingsprocedure een adviserende rol.
De gemeenschapswachten, de gemeenschapswacht-vaststeller en de gemeenteambtenaar belast met de leiding over de dienst, kunnen slechts door de gemeente worden aangeworven na advies van de korpschef van de lokale politie, bevoegd voor de politiezone waartoe de betrokken gemeente behoort.
Voor het formuleren van zijn advies houdt de korpschef in het bijzonder rekening met de elementen die betrekking hebben op de volgende vereisten:
- Zij mogen niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot een correctionele of een criminele straf, bestaande uit een boete, een werkstraf of een gevangenisstraf – behoudens veroordelingen voor verkeersovertredingen.
- Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, kunnen raken aan het vertrouwen in de betrokkene, omdat ze ofwel een ernstige maatschappelijke tekortkoming uitmaken, of omdat eruit blijkt dat de betrokkene niet beantwoord aan het gewenste profiel van gemeenschapswacht.
Volgende categorieën kunnen onder deze feiten begrepen worden:
- Strafrechtelijke feiten die het voorwerp uitmaken van een strafrechtelijk onderzoek of een opsporingsonderzoek of een strafrechtsprocedure zonder dat er reeds een definitieve rechtelijke uitspraak is.
- Strafrechtelijke feiten die onvoldoende zwaarwichtig worden beschouwd om er op strafrechtelijk vlak gevolgen aan te verbinden, maar die toch van aard zijn om te twijfelen aan het vertrouwen in de betrokkene om hem/haar als gemeenschapswacht aan te stellen.
- Feiten van bestuurlijke politie (vb. ordeverstoringen, hooliganisme,…)
Welke loonschalen zijn van toepassing op de gemeenschapswachten?
De wet van 15 mei 2007 is niet regulerend op het vlak van het arbeidsstatuut, noch op het vlak van het sociaal statuut van de gemeenschapswachten.
De wet regelt dus niets met betrekking tot het statuut waaronder de gemeenschapswachten aangeworven zijn of zullen worden aangeworven: hierin wordt de autonomie van de gemeente gerespecteerd.
De gemeente kan dus opteren voor het sociaal dispositief van haar keuze en kan zo aan de beambten het statuut toekennen dat zij het meest geschikt acht.
De loonschalen van de gemeenschapswachten zullen dan ook afhankelijk zijn van het statuut, de werktijden, enz.. waaronder de lokale overheid haar gemeenschapswachten heeft aangeworven of wenst aan te werven.