De nieuwe wet private opsporing is gebaseerd op een aantal fundamentele krachtlijnen:
- Evenwicht tussen publieke en private opsporing: Er is een toenemend onevenwicht tussen de regelgeving voor publieke en private opsporing, waarbij publieke actoren zoals politiediensten aan strengere regels gebonden zijn dan private speurders. De nieuwe wet zal dit onevenwicht corrigeren;
- Profiel-neutrale wetgeving: De nieuwe wet moet geschikt zijn voor alle soorten private opsporingsactiviteiten, ongeacht het specifieke expertisegebied van de privédetective. Het moet deze speurders duidelijkheid bieden en toelaten binnen grenzen, gebaseerd op de krachtlijnen van deze wet hun activiteiten correct en afgelijnd te kunnen uitvoeren;
- Bescherming van privacy en grondrechten: De nieuwe wet moet voorzien in strikte regelgeving en toezichtsmechanismen om de privacy en persoonlijke levenssfeer van individuen te beschermen tegen inmenging door private opsporingsactiviteiten;
- Behoud van kwaliteits- en betrouwbaarheidsnormen: De nieuwe wet blijft zich richten op het handhaven van kwaliteits- en betrouwbaarheidsnormen voor privédetectives, zoals vereisten voor opleiding, onderzoek naar betrouwbaarheid en het voorkomen van bevoegdheidsoverschrijding;
- Controle en toezicht: Een essentieel aspect van de nieuwe wet is het instellen van proactieve en reactieve controlemogelijkheden door de overheid, om de naleving van de regels door privédetectives te waarborgen en de belangen van de burgers te beschermen tegen misbruik.